Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Abraham zeide: Want [28]ik dacht: [29]alleen is de vreze Gods in deze plaats niet, zodat zij mij om mijner [30]huisvrouw wil zullen doden. 28. Hebr. ik zeide, dat is, ik dacht. Aldus wordt zeggen voor denken genomen; Ex.2:14; Joz.22:34; 1 Kon.5:5; 2 Kron.2:1; Jes.8:12; Hand.7:28. 29. Hij schijnt te willen zeggen: hier is wel een schone landstreek en alle overvloed, maar alleen ontbreekt de vreze Gods. And. zekerlijk is, enz. 30. Hebr. om de zaak van mijns huisvrouw.